Tags

, , , ,

Het is alweer dertien jaren geleden dat ik schreef over de echtscheiding van Agatha Maria Slaterus in december 1796. Ze was toen ruim zeven en een half jaar getrouwd met Johannes Paulus Aldenhoven, zoon van de Haagse apotheker Elisa Aldenhoven en Geertruid van Ercom:

op 14 december 1796 sprak het Comité van Justitie haar oordeel uit:

“Het commite van Justitie regt doende bij intentie, verklaard eerstelijk de gedaane weeten bij edicte van waarde [= de ingebrachte verklaring wordt geaccepteerd] en dissolveerd [=ontbindt] voorts den band des huwelijks tusschen de Eiss[er]es en den ged[aagd]e, subsiteerende over en terzaake van des ged[aagde]s begaane overspel…”

“Het huwelijk werd “gedissolveerd” [=ontbonden] omdat hij overspel heeft begaan. Wat er precies gebeurd is zullen we nooit weten, maar klaarblijkelijk zijn ze al langere tijd uit elkaar want Agatha Maria wil opnieuw trouwen!”, schreef ik toen. Maar…

Nu is er dankzij het project Vele handen, waarbij vrijwilligers notariële akten uit het archief van Amsterdam op naam doorzoekbaar maken, een verklaring boven water gekomen van ene Elisabeth Carbon, die “verkering” kreeg met ene Heer Aldenhoven.

Zij legt op verzoek van Agatha Maria Slaterus een uitgebreide verklaring af bij notaris Simon Cornelis Hottentot de Groot, welke deze schriftelijk heeft vastgelegd in akte No 74 van 25 juli 1796. Deze verklaring is de waarheid, zo zegt zij later onder ede voor het Comité van Justitie . Op basis van haar getuigenis wordt het overspel van Johannes Paulus Aldenhoven, die ondanks herhaalde oproepen niet op de zitting is verschenen, bewezen verklaard en wordt de scheiding toegekend.

Schepenkamer in het stadhuis van Amsterdam. Hier zetelde in de Franse tijd het Comité van Justitie. Tekening van Christiaan Andriessen,1806. Bron beeldbank Amsterdam.

Elisabeth Carbon, zich ook noemende Elisabeth Kraaij, was dienstmeisje in een huis aan de Nieuwendijk nabij de Dam, toen zij kennis maakte met met een haar totaal onbekende heer:

Dat gemelde Heer welke zij getuijge in ‘t vervolg ontwaar is [= later gewaar is geworden] geworden den Aldenhove genaamd en des requirantes man te zijn [= verzoekster = Agatha Maria Slaterus], de verdere verkeering met haar getuijge ten sterkste heeft gesogt en aan haar getuijginge van zijn geneegentheijd heeft gedaan met belofte van haar getuijge bij geleegentheid te zullen trouwen, dat zij getuijge als toen nog niet anders weetende off deselve Heer Aldenhove was een ongehuwd persoon, also hij aan haar getuijge had gedeclareerd bij desselvs ouders op de Keijsersgragt bij de Spiegel off Vijselstraat woonagtig te zijn.”

Op zijn verzoek zegde zij haar baan als inwonend dienstbode op en betrok de kamer die Aldenhove in juni voor haar gehuurd had bij ene Hendrik Kramer aan de Handboogstraat. Hij bezocht haar daar zeer regelmatig:

“zomwijlen [=soms] twee maalen op een dag is koomen besoeken en zijne verkeering bij haar heeft voortgeset geduurende welke tijd hij haar getuijge heeft voorgeslaagen om vleeschelijk met hem te converseeren [= geslachtsgemeenschap / seks te hebben], dat zij getuijge als toen niet anders weetende off hij was een ongetrouwd persoon en zig verlaatende op zijne gedaane beloften en betoonde geneijgdheijd, dan ook zig daartoe door hem heeft laaten overreeden [= laten overhalen] en dienvolgende genoegsaam zo dikwijls deselve Aldenhove bij haar getuijge kwam vleeschelijke conversatie met hem heeft gehouden, en door hem is bekend geworden.

Dan plotseling blijft hij op een dag weg: Op 1 juli zegt hij even voor een boodschap naar de Kalverstraat te moeten gaan. Toen hij na vijf dagen nog niet was opgedoken is Elisabeth op onderzoek uitgegaan.

“daar omtrent eenige ondersoek heeft gedaan, als wanneer zij getuijge niet alleen heeft vernoomen dat hij Heer Aldenhove was een getrouwt persoon maar ook dat hij korte dagen na gemelde 1 Julij met zeeker meijsje woonagtig op de Achterburgwal bij de Romijnsarmsteeg het welk, zo zij getuige insgelijks geinformeert is, meede een tijd lang door hem was gemainteneerd [=onderhouden], zig van hier heeft geretireerd [=teruggetrokken].”

Hierdoor kwam ze er niet alleen achter dat hij getrouwd was, maar ook dat hij er met een ander meisje vandoor was gegaan.

Het is een sterk verhaal. Met haar verklaring hielp Elisabeth Agatha aan de mogelijkheid een scheiding aan te vragen. In die tijd gold overspel als enige reden om te scheiden. Het is lastig om nu in te schatten of Agatha mogelijk betaald heeft voor deze verklaring. Ik neem aan dat de relatie tussen haar en Johannes Paulus al veel langer slecht was. Het valt op dat alles nu heel snel achter elkaar geregeld is…

Hoe het ook zij, Johannes Paulus heeft toen de benen genomen met een nieuw liefje…. Sinds deze gebeurtenis duikt hij nergens meer op in de archieven. Als zijn vader in 1806 in Den Haag overlijdt is er sprake van één nagelaten zoon, en wel zijn broer Reinier Dirk Aldenhoven die apotheker en drogist was in Sint Antoniesbreestraat in Amsterdam.