Het is alweer bijna vijf jaar geleden dat ik schreef over de verkoop van Landgoed Kruisvoorde door Frederik Lodewijk Slaterus (1792 – 1876).
Sinds kort zijn de notariële akten van de notarissen in Gelderland online te raadplegen. In de advertentie stond de naam van een notaris, Mr. P.P. Everts, vermeld. En inderdaad vond ik bij deze notaris in het jaar 1822, toen Frederik Lodewijk vertrok uit Amsterdam, de koopakte van huize Kruisvoorde:

Bron: Gelders Archief, 0168 Notariële archieven 1811-1925. Standplaats Twello, notaris P.P. Everts, 1822 akte 202.
Hieronder geef ik de belangrijkste delen uit de koopakte weer:
Voor Mr. Philip Pelgrim Everts, openbaar Notaris, residerende te Twello, kwartier Arnhem, Provincie Gelderland, en in tegenwoordigheid der hieronder genoemde en mede ondergetekende getuigen is verschenen de Hoogwelgeboren Heer Cornelis Johan Vosch van Avesaet, particulier thans wonende te Deventer, welke verklaarde onder vrijwaring ter zake van evictie [=schuldvordering] en gebreken bij deze tegenwoordige acte verkogt, afgestaan en in eigendom overgedragen te hebben aan den Heer Fredrik Lodewijk Slaterus particulier wonende te Amsterdam, alhier tegenwoordig en in koop aannemende het erve en landgoed Kruisvoorde genaamd, gelegen in de gemeente van Twello voormeld, en bestaande
1o in een Herenhuis, bouwhuis, en schuur daar agter staande, voorts tuin, boomgaard en verder plantsoen om en bij het gemelde huis staande, benevens in het weideland agter en ten westen van het huis gelegen, met de bomen aan de weide en langs den weg, groot ruim vijf bunders zes en negentig roeden – negen ellen of zeven morgen bij welk huis nog behoort een dubbelde bank in de Kerk te Twello schuins tegen over den Predikstoel.
2o in een kamp bouwland gelegen als voren groot ruim twee en veertig roeden, zeven en vijftig ellen, of een halve morgen, zijnde tiendvrij, het Geerhoekje genaamd.
3o in een kamp tiendbaar bouwland, de Bakkerskamp genaamd, gelegen als voren, tegen over de allée van de Parkeler, met akkermaalsheggen en aanschot, groot ongeveer een bunder een en negentig roeden zestig ellen, of twee en een kwart morgen.
4o in een weide, de Brienensweide genaamd, gelegen als voren, groot ongeveer twee bunders acht en negentig roeden vijf ellen of drie en een halve morgen.
Uitleg gebruikte termen: bunder, roede, ellen en morgen zijn oude lengte en oppervlaktematen. In de Franse tijd werd het metrieke stelsel ingevoerd, welke na de herwonnen zelfstandigheid van Nederland gehandhaafd bleef. In 1816 werd vastgesteld dat een bunder gelijk was aan een hectare (10.000 m²). Voorheen bestond een bunder (afhankelijk) van de regio uit 400 tot 450 (vierkante) roeden.
Een roede was gelijk aan 10 meter en een el gelijk aan één meter, opgedeeld in 10 palmen (decimeter), 100 duimen (centimeter) en 1000 strepen (millimeter). Met de Wet van 7 april 1869 (Staatsblad nr. 57) werden oude benamingen, waaronder de el, afgeschaft en vervangen door de tegenwoordig gebruikelijke aanduidingen.
Het begrip “tiendbaar” kennen we ook niet meer. In die tijd stond dit begrip voor de pacht, meestal één tiende van de opbrengst van de gewassen, die betaald moest worden aan de rechthebbende.
Met een morgen werd een gebied aangeduid dat in een ochtend kon worden geploegd. Een morgen was meestal iets minder dan een hectare groot. De precieze grootte verschilde echter per streek. Ook deze maat werd in 1816 afgeschaft. In bovenstaande koopakte werd deze echter nog gebruikt als een andere maat dan bunder.
In 1832 werd het kadaster opgericht. Hierin staan de precieze maten van de verschillende grondstukken vermeld met de nieuwe maten. Ik kom hier in een volgend artikel op terug.
Wel laat ik hier een deel van een kaart van het Kadaster uit 1832 zien en wel van: Gemeente Twello, Sectie A Tweede Blad. Ik heb daarop aangegeven welke percelen n de koopakte worden genoemd.
En is voorts deze koop en verkoop gedaan voor eene somme van vijftien duizend gulden Nederlandsch Courant, welke door den Heer koper aan den Heer verkoper op heden zijn voldaan, zo als laatst gemelde zulks erkent, en waarvan deze tot kwitantie verstrekke, stellende en surrogerende over zulks de Heer verkoper den Heer koper in al het regt van eigendom en voorts in alle andere regten, welke hij Heer verkoper op het verkogte heeft uitgeoeffend of heeft kunnen en mogen uitoeffenen; verklarende de Heer koper voor zijne rekening te nemen alle de kosten, waartoe de tegenwoordige acte nu of in het toekomende aanleiding zou mogen geven.
En hebben partijen ter executie dezes domicilie gekozen ten Kantore van opgemelden Notaris, waarvan acte.
Gedaan en gepasseerd ten Kantore van voormelden Notaris te Twello op heden den vijftienden October achttien honderd twee en twintig; in tegenwoordigheid van Willem Jan van Enter, Dijkschrijver en Gradus Smits Deurwaarder, beide wonende te Twello, getuigen hiertoe verzogt, welke na gedane voorlezing met partijen en ons Notaris hebben geteekend deze minute welke onder onze bewaring en in ons bezit is gebleven.
[was getekend]
C.J. Vosch van Avesaet
F.L. Slaterus
W.J. van Enter
G. Smits
P.P. Everts, Notaris

Bron: Gelders Archief, 0168 Notariële archieven 1811-1925. Standplaats Twello, notaris P.P. Everts, 1822 akte 202.
De prijs van dit alles bedroeg dus 15.000,= gulden. Omgerekend naar de huidige koers komt dit overeen met een bedrag ” van ƒ 327 301.43, ofwel € 148 522.91). Nu kun je voor dat bedrag nog geen rijtjeshuis kopen, maar in die tijd, nog geen tien jaar na de rampzalige jaren onder de Franse bezetting, was dat een enorm bedrag. Frederiks vrouw had een groot bedrag geërfd van haar overleden ouders. Hoeveel is mij nog niet bekend, maar nu ook de Amsterdamse notarisakten online komen, hoop ik daar snel meer over te vonden.

Bron: F.M. Eliëns en J. Harenberg: middeleeuwse kastelen van Gelderland. Rijswijk: Uitgeverij Elmar, 1983.
Pingback: Slaterus verkoopt “buitenplaats Kruisvoorde” | Ter Salus
Pingback: De erfenis | Ter Salus