Op 1 mei 1828 werd Hozes Knape Slaterus (net als zijn oudere broer Idanus Hendrikus) ingedeeld bij het 8e Regiment Infanterie als fuselier “voor de duur van vijf jaar zijnde loteling van de lichting 1828 uit de Provincie Vriesland, Kanton N. 1, Gemeente Leeuwarden N. 96“.
In het stamboek staat de volgende mutatie: “Op den 29e Augustus 1829 overgegaan bij de Afdeeling Grenadiers ingevolge van ministriële authorisatie van 20 dito Let: A. No. 425.”
Onder dit nummer vinden we Hozeas Knape inderdaad terug in de Stamboeken van de Grenadiers (www.familysearch.org):
Hij was groter dan zijn broer: 1,735 meter, had donkerbuin haar, donkerblauwe ogen en een dikke neus.
De Afdeling Grenadiers en Jagers werd in 1829 opgericht. Het Koninklijk Besluit nr. 104 van 7 juli 1829 beveelt “de oprichting van een afdeling (= 3 bataljons) Grenadiers en twee bataljons Jagers”. De Grenadiers en de Jagers waren bestemd om dienst te doen ‘onder het oog des Konings’, hetgeen neerkwam op legering in de (toenmalig) beide residenties, Brussel en Den Haag. Een vereiste voor toelating tot de Grenadiers of Jagers was “goed gedrag” als voorbeeld voor het gehele leger. De Grenadiers kennen we nog steeds van de Berenmutsen die ze (tot 1854) droegen.
In augustus 1830 werd de afdeling ingezet tijdens de opstand in Brussel om vervolgens in september een poging te wagen om de stad weer onder controle te krijgen, hetgeen niet lukte. Het Regiment Grenadiers en Jagers kreeg in 1830 te maken met het oproer in Brussel en nam in 1831 onder leiding van kroonprins Willem (de latere koning Willem II) deel aan de Tiendaagse Veldtocht in België en vervolgens aan de verdediging langs de huidige zuidgrens van Nederland tot 1839.
Tijdens de acties in 1830 en 1831 betreuren de Afdeling Grenadiers en de Jagerbataljons, in alle rangen, 61 doden. Voor uitstekende daden van moed, beleid en trouw worden vier maal de Militaire Willemsorde 3e klasse en zeventig maal de Militaire Willemsorde 4e Klasse toegekend. Alle deelnemers aan de gevechten te Brussel en de Tiendaagse Veldtocht ontvangen het ‘Metalen Kruis’, vervaardigd uit vijf op de Belgen veroverde kanonnen, die voor dit doel werden omgesmolten.
Hozeas Knape nam aan al deze krijgsverrichtingen deel volgens het Stamboek: “Bij het mobiele leger, bij gelegenheid van den Opstand in België in 1830, 1831 en 1832 en 1833“. Hij kreeg, net als zovele anderen, op 5 april 1832 als onderscheiding hiervoor het Metalen Kruis uitgereikt. Op 15 October 1837 werd hij definitief uit de dienst ontslagen. Hij was blijkbaar al langere tijd met groot verlof. Bij zijn huwelijk met Susanna Zandleven op 9 maart 1834 in Leeuwarden getrouwd was hij “in guarnisoen te Tilburg. Maar vier maanden later, bij de geboorte van hun eerste kind Ida Diederiks) op 20 juli 1834, was hij Timmerman in Leeuwarden.
Hozeas Knape was lid van de Vereeniging Het Metalen Kruis, afd. Leeuwarden 2e sectie (http://www.friezen-in-de-tiendaagse-veldtocht.nl)