Hoewel mijn overgootvader Idanus Hendericus heette (roepnaam Rikus), komen we bij zijn grootvader zowel de schrijfwijze Henderikus als Hendrikus tegen. Een vaste schijfwijze was in de 18e eeuw en het begin van de Burgerlijke Stand (19e eeuw) nog niet gebruikelijk. Men schreef een naam zoals deze klonk, of zoals men zelf gewend was die te schrijven.
Ik was dan ook verrast toen in in 1982 de familiekroniek kreeg te zien. In 1741 schreef predikant Johannes Jacobus Slaterus hierin het volgende bij de geboorte van zijn (derde) zoon Hendericus.
Den 23. Juli, ’s morgens om 3 uiren, is mijn Liefste wederom geluckig, door Godes goedheit verlost van een regtschapen jonge Zoon, die des Zondaegs daar aan volgende, zijnde den 30. derselve maand, door mijn moeder ten doop gehouden is en van mijn Collega gedoopt is met de naam van Hendericus, na zijn Oom van Moeders zijde. De Heere maeke Hem Rijck en voege daar geen smerte bij!
Hij was dus vernoemd naar zijn oom Henricus Meiling. Verderop in de kroniek schrijft zijn moeder Christina Geertruid Meiling dan ook zijn naam als Henricus. En nog verder op noemt zijn broer hem Hendrikus. Drie verschillende schrijfwijzes in één document.
We weten ook hoe hij zelf zijn naam schreef. Voorop het Lidmatenboek van de Hervormde Gemeente van Goor, dat zijn oom predikant Hoseas Slaterus vanaf 1758 bijhield, prijkt in prachtige sierletters zijn naam.
Hoeseas woonde als tweede predikant niet in de pastorie (wheeme), maar bij zijn moeder. Blijkbaar was Hendericus op een regenachtige middag bij zijn oma op bezoek en wilde laten zien hoe mooi hij al kon schrijven. Zijn oma zal niet blij geweest zijn dat hij dat deed op een boek van de kerk…