Tags

, , , , , ,

Doordat de Koninklijke Bibliotheek meer dan 8 miljoen krantenpagina’s heeft gedigitaliseerd en op internet heeft gezet, ontdek ik nu gebeurtenissen die anders onopgemerkt waren gebleven.

Zo las ik in het “Bataviaasch Nieuwsblad” van zaterdag 17 april 1915 het volgende nieuws:

Aan den Dood ontsnapt,

Op Toendjoengang [winkelstraat in Soerabaja] werd gistermiddag een auto door de stoomtram aan gruzelementen gereden. De inzittenden, dr. Slaterus en een Inlandsche chauffeur, konden tijdig aan ’t gevaar ontsnappen

Het ging hierom tandarts Idanus Hendrikus Jan Willem Slaterus, zoon van de bekende Leeuwarder fotograaf, die in 1910 naar Indië was vertrokken. Hij was inmiddels (2e huwelijk) getrouwd met Margaretha Catharina Barendsen. Samen hadden ze een klein dochtertje Mia Alexandra (geb. 1912).

Winkelstraat (Toendjoengan), Soerabaja. Bron: Tropenmuseum.

Het ongeluk trok nogal de aandacht. Er waren in die tijd nog niet zoveel auto’s op de weg en een ongeluk was groot nieuws. Het Bataviaasch Nieuwsblad kwam tweemaal op- dit ongeluk terug. Allereerst op maandag 19 april:

Een Auto vernield.

—Donderdagmiddag werd een auto voor den winkel der firma Tasche en Co, te Soerabaja, door de stoomtram onderstboven gereden en tegen een paar boomen gesmeten; de heele wagen ligt er thans aan gruzelementen. Het ongeval moet zich volgens de N. Soer. Crt. aldus hebben toegedragen: De tuf, een Stoewer van de firma Tasche en Co., kwam de toko uit rijden en wilde de trambaan oversteken. In den wagen zaten dr. Slaterus en de chauffeur, die stuurde. Door een mankement of iets dergelijks bleef de auto, op de trambaan gekomen, plotseling staan. Tegelijkertijd kwam uit de benedenstad de stroomtram aan; de heer Mariano de Caluta, chef van bovengenoemde firma, liep de tram tegemoet, doch de machinist en stoker schenen hoorende doof en ziende blind te zijn, althans ze reden door en schenen pas op het laatste oogenblik iets te bespeuren van de in gevaar verkeerende auto. Voor stoppen was het toen blijkbaar al te laat, althans ze reden den heelen wagen aan gruzelementen. De inzittenden konden zich gelukkig nog tijdig in veiligheid stellen. Een onderzoek naar de oorzaak wordt thans ingesteld.

We weten nu dus op welk type auto het ging: een Stoewer.

Advertentie, juli 1913.

Dinsdag 20 april vervolgde het nieuwsblad met een aanvulling: tandarts Slaterus was ondanks de adviezen van zijn chauffeur rustig in de auto blijven zitten terwijl de stoomtram kwam aanrazen… Dankzij heldhaftig ingrijpen van de chauffeur had hij het er levend van afgebracht. Tegelijkertijd schetst de krant een niet al te fraai beeld van de “landgenoten” van de “inlandsche chauffeur”. Goed en fout in één artikel?

Auto-aanrijding te Toendjoengan.

— Omtrent de krankzinnige daad van den Inlandschen machinist der O. J. S. [=Oost-Java Stoomtram Maatschappij], die moedwillig een auto aan duizend stukken heeft gereden, vernam het Soer. Nieuwsblad nog, dat het heusch zijn schuld niet was, dat dr. Slaterus, die in de verongelukte auto zat, er levend van af is gekomen. Toen n.l. de auto op de trambaan bleef staan, stapte de Inlandsche chauffeur uit, om den motor aan te zetten, terwijl dr. S. in den wagen bleef zitten. De chauffeur, de tram in de verte ziende aankomen, en zijn landgenooten kennende, zeide: «Toean, brangkali lebih baik toean kloewar», doch dr. S. kon zich niet voorstellen, dat inderdaad de tram niet zou stoppen, en bleef kalm zitten. Op het laatste oogenblik greep toen de chauffeur den tandarts beet, en sleepte hem uit den wagen, juist bij tijds om hem voor verplettering te behoeden. Verder mag van geluk worden gesproken, dat de auto met het stuur naar rechts gewend op de baan stond; ware dit niet het geval geweest, de auto ware te midden van het publiek geworpen, en zou daar ongetwijfeld groote onheilen hebben aangericht. Thans draaide de auto onmiddellijk naar rechts, werd opnieuw door de voortrazende tram gegrepen en een eind medegesleurd.