Vlak voor de bevrijding van Nederland, op 9 maart 1945, overleed mijn overgrootmoeder Coenradina Geertruida Dijkstra (geb. 1865), echtgenote van Idanus Hendericus Slaterus (1859-1959).
Zij kwam uit een groot gezin van twaalf kinderen. Haar vader was meubel- en biljartmaker Frans Dijkstra (1837-1916) en haar moeder was Teuntje Fokkens 1835-1922). Ze woonden eerst in de Kleine Kerkstraat Wz. H 35 in Leeuwarden en later aldaar in de Grote Kerkstraat M 30 boven.
Toen ik onlangs werd benaderd door kleinkinderen van haar jongere zuster Tetje Dijkstra (1871-1962), die getrouwd was met Pieter van Oostrum, ben ik op zoek gegaan naar oude foto’s van de familie Dijkstra uit Leeuwarden. Tussen de spullen van mij oud-tante Teuntje Slaterus kwam ik nog enkele oude brieven tegen die aan mijn overgrootvader waren gestuurd ter condoleantie bij het overlijden van zijn vrouw.
Het zijn bijzondere brieven: niet alleen door de handschriften en de woordkeuze die zo bij deze tijd passen, maar ze geven een blik in die moeilijke tijd tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog.
De eerste brief is geschreven door een jongere broer van mijn overgrootmoeder, Wynzen Dijkstra (1870-1958). Wynzen is een jongensnaam die traditie was in de familie Dijkstra. Het is de Hollandse schrijfwijze, zoals die in de Burgerlijke Stand werd toegepast. Zelf schreef hij Wiense, zoals Friezen de naam uitspreken.
Wiense verstuurde de brief kort na de bevrijding vanuit zijn tijdelijke verblijfplaats: Lekdijk C 15 in Hagestein, een dorpje dat tegen Vianen aanligt, net onder Utrecht. Hij en zijn vrouw waren aan het eind van de oorlog uit Den Haag, waar ze woonden aan de Obrechtstraat, geëvacueerd:
Hagestein, 19 juli 1945
Beste Rikus en Teun,
De brief van Teun ontvangen en lazen daaruit, tot onze diepe leedwezen, dat je allerbeste vrouw en moeder den 9 Maart jl. is overleden. (De kaart aan Lien is niet in den Haag aangekomen, hetgeen niet is te verwonderen daar gedurende een heelen tijd o.a. alles van over de Lek lag was geisoleerd en niets werd bezorgd.)
Ja Rikus en Teun, dat is een zeer droevig verlies voor jullie. Teun schrijft o.a. dat zij steeds zoo opgewekt en werkzaam was en laat het voor jullie een troost zijn dat zij niet veel heeft geleden, Zoo mooi merkt Teun in haar brief op: Ze is heel zacht heengegaan na voor ons geweest te zijn de zon van ons leven. Aandoenlijk is dat te vernemen en tevens een troost voor de achtergeblevenen: Teun, wij twijfelen er niet aan dat je voor je goeden vader een trouwe hulp in zijn laatste levensjaren zult zijn.
Het is jammer dat mijne beste zuster de bevrijding niet meer heeft meegemaakt; als echte en goede Nederlander zou dat een groote geruststelling voor haar zijn geweest. Gelukkig, ook jullie zijn er goed van afgekomen, want vele gezinnen zijn ernstig getroffen.
Uit onze brief aan Griet zullen jullie wel hebben vernomen, dat wij sedert uit den Haag zijn geevacueerd, veel oorlogsellende hebben medegemaakt; vooral in Tiel zaten wij temidden van zeer ernstig oorlogsgebeuren; hebben daar veel moeten achterlaten, hetgeen allemaal is verdwenen. Hier in Hagestein is het ook niet alles en doen veel moeite om naar den Haag terug te komen. Of dat zal gelukken is nog twijfelachtig. De kinderen en kleinkinderen maken het thans weer goed, na veel ellende en honger te hebben geleden.
Teun, wanneer je Griet spreekt, vraag haar dan als eenige overgebleven broer van haar vader, nog bij gelegenheid een antwoord op mijn brief te sturen. Wat is het ook met oom Jaap spoedig afgeloopen. De familie is den laatsten tijd zeer verminderd in aantal. Nu is Tetje en ik nog alleen maar over.
Wil ook nog wel Zeas en gezin onze deelneming betuigen. Hoe gaat het met hen? De kinderen zijn zeker al flink geworden. Teun, wil je ons nog eens een briefje omtrent het een en ander schrijven.
Nu beide, Rikus en Teun, vele hartelijke groeten van Jo en mij.
Wiense.
Mijn oud-tante Teun(tje) heeft mijn overgrootvader tot zijn dood in 1958 verzorgd. Griet was een nicht van Teun, de dochter van meubelfabrikant Jacob Dijkstra (geb. 1873) die enkele maanden na mijn overgrootmoeder op 26 mei 1945 was overleden. Lien, was ook een nicht, nl. de dochter van Wynzen: Coralina Johanna Dijkstra (geb. 1896). Zeas is mijn grootvader Hoezeas Slaterus (1894-1982), maar daarover meer in de volgende brief…
Weer iets moois op je site Henk. Als het kan zou ik graag, als het niet te veel werk is, de overlijdenskaart en die brief gescanned hebben zodat ik ze beter kan verwerken. Fantastisch om allemaal te zien.
Pingback: Tweede condoleancebrief uit de oorlog | Ter Salus