Tags

, , , ,

Wolter Slaterus (1766-1822) 

Ik was nog maar net bezig met de families­tamboom, toen ik in in de verzameling familie-advertenties van het C.B.G., een oproep vond gedaan door mijn verre voorvader Wolter Slaterus (1766-1822) uit Goor, die op zoek was naar de gever van een “eerpenning” met de tekst: “Hulde van een onbekend Nederlander aan de belang­looze Menschen Liefde van W. Slaterus, door hem betoond in zyne zorge voor de behoudenis van een Huisgezin op den 22 Sprokkel­maand 1797.”

Leydse Courant, 18-08-1797

Ik had geen idee wat voor heldhaftige daad Wolter verricht zou kunnen hebben, totdat ik een jaar later aan het bladeren was in pas uitgekomen boeken. Zoals zo vaak, raadpleegde ik het naamregister achter in een boek en tot mijn verrassing werd er een Slaterus vermeld. Hoe kwam die Wouter Slaterus terecht in het dagboek van Willem Hendrik Teding van Berkhout (1745-1809), die representant was in de Nationale Vergadering?

Deze Nationale Vergadering kwam in 1796 in Den Haag bijeen om een nieuwe grondwet op te stellen, nu er een einde was gekomen aan de Republiek der Verenigde Provinciën. Op woensdag 22 februari 1797 schrijft hij het volgende:

 “Om 10 uuren in de Vergadering aan het werk, daar een byzondere trek van edelmoedigheid voor val, bedankende voor d’aanstelling tot Bode eenen Wouterus Slaterus, schoon zelve behoeftig en een Vrouw met 3 Kinderen hebbende, maar niet kunnende verdragen in de plaats te moeten komen van een anders eerlyke oranje man die een Vrouw met 6 Kinderen had en geremoveert was, en verzoekende dat die in zyn plaats aangesteld wierd. Dat verzoek wierd hem toegestaan, en van zyn nobel gedrag mention honorable met regt gemaakt, en noch onder de leden der Vergadering voor hem over de f 200 gecollecteerd.”               

Deze daad heeft veel indruk op de volksvertegenwoordigers gemaakt: Van Lockhorst spreekt over “dit schone geval, hetwelk ter eere van het ware Patriottisme strekt” en Zubli gaat nog veel verder: “De grootmoedigheid van dien man, welke zich zelve beneevens zyn huisgezin in zorgelyke omstandigheden bevind, strekt tot beschaaming en ten voorbeelde van zo veel anderen, die gevoelloos op de puinhoop van eens anders geluk het hunne trachten te vestigen”.

Wolter keerde zonder baantje terug naar Goor, maar de gunstige aanbevelingen uit Den Haag hadden hun uitwerking niet gemist. In 1800 verkocht hij zijn jeneverstokerij en in de archieven wordt hij vermeld als commies bij de belastingdienst.

Nu ik dit alles opschrijf, bijna twee eeuwen later, ben ik trots op mijn voorvader, die meer belang toekende aan zijn geweten dan aan zijn beurs.

Gepubliceerd in Gens Nostra, maandblad der Nederlandse Genealogische Vereniging, jrg 51. (1996), nr, 11/12 (november/december), pag. 606-607. 

Naschrift: Van het gedrag van Wolter werd in vele kranten melding gemaakt. Ook werd er een artikel aan hem gewijd in de volksalmanak voor 1798:

Amsterdamse courant, 28-12-1797