Tags

, , , ,

In 1698 kreeg Johannes Jacobus Slaterus, terwijl hij theologie studeerde aan de Academie van Franeker, de functie van conrector van de Latijnse School in Zutphen. Het geld dat hij kreeg van zijn “oom” Franz Schlatter, die in Staatse dienst kapitein was in het Zwitserse Regiment Lochmann (1693-1703) gelegerd o.a. in ‘s-Hertogenbosch, was op en hij was wanhopig op zoek geweest naar allerlei (neven)-inkomsten. Deze baan betekende dat hij voortijdig zijn studie moest afbreken, maar bood perspectief op een goede maatschappelijke carrière.

Handschrift Johannes Jacobus Slaterus (1674-1718)

“Eindelijk gaf God, dat, (Per varios casus, per tot discrimina rerum [regel uit Aeneis: Door wisselende lotgevallen en zoveel hachelijke toestanden] Flendero Zutph[aniensis] R[ector] [= van de Zutphense Rector Flenderus] necquicquam tergiversante [dit niet met tegenzin] den 27. Junius deses jaers, uit handen van de H[ee]r Prof[essor] en Predikant Lomeijer, mijnen bijsonderen gunner, binnen Sneek, alwaar Zijn Eerw[aarde] op ’t Synode was verscheenen, ten huise van den H[ee]r Frieswijk, ontfing het Beroep tot het Zut­phen­se Conrectoraet. Post nubila Phoebus [=na de wolken Phoebus = Apollo = de zonnegod; otewel: na regen komt zonneschijn]. S[oli] D[eo] G[loria].”

 

 

In de notulen (“Memorien ende Resolutienboek”) van de Raad van Zutphen lezen we het volgende:

“Mercurij den 15 Junij 1698.

Domin[ee] Samuel Diepenheijm, vermogens resolutie van den 4 Martij laestleden, sijne geimpetreerde dimissie [=gevorderde ontslag] van de Conrectors plaetse vercregen hebbende, is bij haer Ed[ele] ende Achtb[aere] in desselfs plaetse. nae ingecomene  loffelijcke attestatien van eenige Heeren Professoren van de Academie tot Franeker, weder aengestelt Domin[ee] Slatterus,  Switser uijt Zurich geboren, op het tractement ende emolumenten, als bij g[eme]lte Dom[inee] Diepenheijm is genoten geweest, sijnde tot deereijnde aan g[e]m[e]lte Slatterus, sich ophou­dende binnen Franeker geschreven, als bij desselfs minute staet te vernemen, .. relatio.”

Ruim twee weken later krijgt de raad van Zutphen het volgende bericht:

“Veneris den 1e Julij.

Ingekomen ende verlesen een missive van D[ominee] Slatterus, waerbij aengenomen heefft de Conrectors plaetse van de Latijnsche Scholen alhier op hem bij resolutie van den 15. Junij jonchst­leden geconfereert.”

Hierna gaat de raad over tot de orde van de dag, in dit geval de goedkeuring van “het placaet tegens het tappen nae negen uijren”.